Dwarsligger: de Bijbel 7
Die ‘gewone taal’ is niet de enige taal waarin dit eerste verhaal wordt verteld.
Ooit gebruikte we De Statenvertaling. Een groep geleerde mannen vertaalden in de 17e eeuw de bijbel vanuit het Hebreeuws, Aramees en Grieks in het Nederlands. Dat werd de ‘standaard’-vertaling. Hele grote groepen mensen kennen die beginzinnen uit Genesis daarom uit hun hoofd: ‘In den beginne schiep God de hemelen en de aarde. De aarde nu was woest en ledig’….etc. Het verschil met de Dwarsligger is het woord ‘nu’. Was dat ‘woest en ledig’ de bedoeling van God? Zonder ‘nu’ heeft God die aarde zo gemaakt. Met ‘nu’ blijkt de aarde na de schepping alleen zo geworden te zijn. Lukt het de mensen van vandaag om vanuit de ‘gewone taal’ of ‘omgangstaal’ ook een nieuwe ‘standaardzin’ te onthouden? Wordt vervolgd A.W.